Overal en nergens

“Word wakker, Jill. Je droomt, je loopt te traag met je alledaagse vragen. Je kijkt teveel rond en struikelt over domme details. Je staat op en loopt verloren tussen alles wat je ziet. Zo ga je overal, maar nergens naartoe. Ik weet dat toch ook niet, of koffie nu gezond is? En vanaf wanneer een slinger auto’s een file wordt? Word wakker, meisje. Leer je les. Love can’t buy you money”.

Zulke zinnen straffen het kind in mij af. Ja, ik ben een kind. Ik ben koppig en ik heb grote, hongerige ogen. Die droogstoppels die denken dat ze wakker zijn, hebben een kleffe tong. Ze weten het niet, maar ze krijgen tergend veel dorst. Zonder verwondering droog je levend uit.

En ik weet dat mijn alledaagse vragen een kwestie van leven of dood betekenen. Antwoord me, beantwoord me en leg me met verzinsels het zwijgen op.

“Wat maakt het eigenlijk uit, wie het hele land is afgereden om alle straatnamen op de kaart te zetten? Of wie het straatlicht uitknipt wanneer de zon opkomt? Wat maakt het uit wat vandaag weer de reden is dat de trein vertraging heeft, en dus ook die op het spoor er langs, die daarna en die daarnaast? Wat doet het er toe, hoeveel mensen er op dit moment liefde bedrijven? Wat doen ze ertoe, jouw vragen en wat levert dat op, dat rondkijken van jou…”.

Wat dat oplevert, rondkijken?

Dat levert het leven op. Leven, de poëzie ervan en af en toe, een geschreven stukje misschien?

 

9746_10151864005722859_731659492_n